De Autoriteit Financiële Markten (AFM) heeft in 2015 onderzocht hoeveel in Nederland gevestigde beleggingsfondsen kwalificeren als indexhuggers. Wanneer een fonds te dicht bij de benchmark blijft, dan is de potentie om op lange termijn toegevoegde waarde te bieden te klein om de hogere kosten te verantwoorden. De AFM vindt daarom dat fondsen die kwalificeren als indexhugger het klantbelang onvoldoende centraal stellen.
Van de in Nederland gevestigde aandelenfondsen is 8% aan te merken als potentiële indexhugger. Daarnaast zijn er ook veel buitenlandse aanbieders op de Nederlandse markt actief. Indexhugging (ook wel bekend onder als ‘closet indexing’) bestaat wanneer een beleggingsfonds wordt gepresenteerd als een actief beheerd fonds terwijl het in werkelijkheid de benchmark nauwgezet volgt en daarbij de kosten van een daadwerkelijk actief beheerd fonds in rekening brengt. De AFM vindt dat beleggingsfondsen die kwalificeren als indexhugger het klantbelang onvoldoende centraal stellen. Het streven moet zijn dat de fondsen die in Nederland worden aangeboden, niet kwalificeren als indexhuggers.
Toezicht AFM
Het rapport van de AFM is in lijn met de Public Statement van de European Securities and Markets Authority (ESMA) van 2 februari 2016 waarin ESMA nationale toezichthouders oproept om stappen te ondernemen tegen indexhugging. Uit het onderzoek van de AFM blijkt dat 7 van de 85 onderzochte Nederlandse fondsen als potentiële indexhuggers zijn aan te merken. Deze fondsen hadden in 2014 bijna een half miljard euro retailvermogen onder beheer (2% van het vermogen van de 85 fondsen). De AFM wil dat indexhuggers de informatieverstrekking en kosten laten aansluiten bij de mate van actief beheer dan wel actiever gaan beleggen. De slotsom kan ook zijn dat het fonds geen bestaansrecht meer heeft. De AFM heeft de beheerders van de betreffende fondsen hierop aangesproken.
Lees verder: https://www.afm.nl/nl-nl/professionals/nieuws/2016/mei/indexhugging