Vrijgestelde BeleggingsInstelling (VBI)

De laatste tijd neemt de belangstelling voor de vrijgestelde beleggingsinstelling (hierna: VBI) toe. Dit omdat het fiscaal aantrekkelijk kan zijn om (een deel van) het vermogen onder te brengen in een VBI. De VBI kan omschreven worden als een vennootschap waarin activiteiten uitsluitend bestaan uit beleggen, met toepassing van risicospreiding. De VBI mag derhalve geen onderneming drijven, geen stamrecht- of pensioenverplichtingen hebben, geen direct belang in onroerend goed in Nederland bezitten, etc. Ook het verstrekken van leningen is niet toegestaan.

De voordelen van de VBI zijn:

  • De VBI is op verzoek vrijgesteld van de heffing van vennootschapsbelasting
  • De VBI is niet inhoudingsplichtig voor de dividend belasting
  • De VBI heeft geen uitdeelverplichting

De VBI heeft ook een paar nadelen. Deze komen neer op:

  • Doordat de VBI is vrijgesteld van vennootschapsbelasting kan ingehouden (internationale) bronheffing niet worden verrekend
  • De VBI kan geen beroep doen op verdragen ter voorkoming van dubbele  belasting

De fiscus stelt eisen aan de wijze waarop in een VBI wordt belegd. De VBI mag uitsluitend beleggen in financiële instrumenten die limitatief zijn opgesomd in de wet. Hieronder vallen bijvoorbeeld effecten (aandelen, obligaties), banktegoeden (betaal-, spaar- en depositorekeningen), aandelenswaps en rentetermijncontracten. De rechtsvorm moet een naamloze vennootschap (N.V.) of een fonds voor gemene rekening zijn. De B.V. kan derhalve niet kwalificeren als een VBI.

De VBI dient meer dan één aandeelhouder te hebben. Echtgenoten die in gemeenschap van goederen zijn gehuwd tellen hierbij gezamenlijk als één aandeelhouder. Dit geldt niet voor echtgenoten die onder huwelijkse voorwaarden zijn gehuwd. Minderjarige kinderen mogen in beginsel geen aandeelhouder zijn. Meerderjarige  kinderen mogen dat wel. Echter hun participatie in de VBI mag niet gefinancierd zijn via een lening bij de aandeelhouder. In familieverband dient dan tenminste 10% van de aandelen in de VBI bij de (meerderjarige) kinderen tezamen terecht te komen. De VBI-status wordt op verzoek door de belastingdienst verleend.

Bij het beleggingsbeleid dient rekening te worden gehouden met deze nadelen. Bij beleggingen in Nederland spelen deze nadelen niet. Het is dan ook van belang om uit het oogpunt van risicomanagement het beleggingsbeleid doorlopend te toetsen. De Weygerbergen beschikt dienaangaande over de juiste instrumenten en heeft ervaring op dit vlak. De methodieken en systemen die De Weygerbergen hanteert bij haar activiteiten op het gebied van performancemeting, risicomanagement en vermogensbegeleiding sluiten naadloos aan op deze door de fiscus gestelde eisen. Daardoor is De Weygerbergen als geen andere dienstverlener in staat op goede wijze vorm te geven aan vermogensbeleidingsactiviteiten binnen een VBI.

Interessant voor U? Graag denkt De Weygerbergen op het specifieke onderdeel van het beleggingsbeleid en het af te stemmen mandaat mee bij inrichten en begeleiden van een fiscaal vriendelijk instrument als de VBI. Dat kan zowel voor ingezetenen van Nederland als voor Nederbelgen. Ook vormt de VBI een alternatief voor sommige offshore structuren.