Regels zijn nodig. Het meest voor de hand liggende voorbeeld hiervan is het verkeer. Zonder verkeersregels loopt alles in het honderd met de meest verstrekkende gevolgen. Ook de beleggingswereld wordt gestuurd door regelgeving. Toch schiet de uitwerking en vertaling van deze regelgeving de doelstelling voorbij met als gevolg het verdwijnen van het beleggingsadvies.
Jarenlang heeft de belegger een keuze gehad tussen het laten beheren van zijn vermogen, of zich in de vorm van beleggingsadvies te laten bijstaan door een bank. De laatste was dan meer sparringpartner, de keuze lag altijd bij de belegger. Deze keuze was ook vrij. Als de klant iets wilde kopen of verkopen deed hij dat, de bank kon het slechts aanbevelen of ontraden. Op dit moment is dat niet zo.
De regelgeving leidt tot aanscherping van bancaire procedures met als uitwerking dat nu ook bij beleggingsadvies de belegger slechts kan kiezen uit vooraf samengestelde standaardportefeuilles, die slechts verschillen op basis van het risicoprofiel. Het laatste wordt bepaald aan de hand van wederom standaardvragen vastgelegd op het ‘MiFID-formulier’.
Uitwerking niet de bedoeling
Het is vergelijkbaar met wanneer iemand bij de verkoper van de garage een vragenlijst invult en vervolgens de sleutels krijgt van een auto die op grond van de lijst als passend wordt ervaren. Dit zonder deze eerst te zien.
Deze uitwerking kan niet de bedoeling zijn en ook dit aspect zit in regels vervat. De Autoriteit Financiële Markten (AFM) hamert er voortdurend op dat geluisterd dient te worden naar de wensen van de klant. Het is immers zijn geld en hij mag er vrij over beschikken. Het MiFID-formulier als hulpmiddel wordt echter tot een bepalende factor, de doelstelling, verheven.
Banken doen er alles aan om in lijn van de regelgeving te handelen, doch worstelen in de uitwerking met regels die moeilijk verenigbaar zijn. De standaardisering krijgt voorrang, deze is immers in de vorm van risicomanagement gemakkelijk te controleren. Efficiency kan echter niet de hoofddoelstelling zijn, tenzij dit in de prijs en kosten terug wordt vertaald.
Belegger is de dupe
De belegger is het haasje, zijn wensen kan hij niet meer kwijt. De ruimte om de eigen ideeën af te stemmen verdwijnt. Wat rest is execution only, waarbij directe afstemming ontbreekt. Een veelbeoefende en populaire tak van sport wordt om zeep geholpen.
Grotere en institutionele beleggers creëren nog een uitzonderingspositie door de wensen vaak vast te leggen in een beleggingsstatuut. Hierin ligt het risicoprofiel vast, doch er nog altijd zeggenschap is over de uitwerking. Het zit hem in details die het verschil wel maken. De meeste banken kunnen hen nog bedienen via een speciaal mandaat, soms geconcentreerd bij een landelijk ingerichte afdeling.
De trend is nu dat ook particuliere beleggers hun heil zoeken in een dergelijk statuut, immers het vormt een volmaakte invulling van de AFM-gedachte: de balans tussen wensen en doelstellingen enerzijds en invulling en uitvoering anderzijds. Het is eigenlijk jammer dat een statuut nodig is om het kader opnieuw scherp te krijgen. Echter de voortdurende zoektocht van banken naar nieuwe business en verdienmodellen lijkt op dit moment niet de oplossing te brengen.
Bovenstaand artikel is geplaatst in “The Asset” (4 september 2013).
Jan Verhoeven is algemeen directeur van De Weygerbergen, een bureau voor performancemeting en vermogensbegeleiding.